AVP-virus
De Wereldorganisatie voor Diergezondheid lijst momenteel veel landen op, vooral in Europa en Azië, die getroffen zijn door de Afrikaanse varkenspestepidemie.
Het AVP-virus treft gedomesticeerde en wilde varkens, met een sterftecijfer tot 100%. De ziekte en de gevolgen ervan veroorzaken ernstige sociaaleconomische problemen in de veeteelt.
Het Afrikaanse varkenspestvirus is een dubbelstrengs DNA-virus dat behoort tot de unieke soort African Swine Fever Virus ASFv, het genus Asfivirus en de familie Asfarviridae. Er zijn echter verschillende genotypes en virulenties die meer of minder ernstig zijn, afhankelijk van de stammen. Dit virus is relatief groot in vergelijking met andere en heeft een complexere structuur met de aanwezigheid van een buitenste lipidenomhulsel. In de strijd tegen deze ziekte is dit een voordeel, omdat het daardoor veel gevoeliger is voor ontsmettingsmiddelen die het gemakkelijker inactiveren dan virussen zonder omhulsel (bekend als naakt), wat vooral geldt als ze klein zijn.
Meerdere manieren waarop de ziekte kan worden overgedragen op varkens
Direct contact – Indirect contact – Inname – Insectenbeet
Volgens verschillende bronnen zijn de transmissieroutes als volgt:
– door contact met besmette levende of dode varkens
– door contact met besmette voertuigen, schoenen, kleding en uitrusting
– door inname van besmet water of voedsel
– door de lucht over korte afstanden of
– door sommige insectenbeten.
Verspreiding van het virus
in het milieu
Snel – Groot – Duurzaam
Het virus is relatief resistent in de omgeving en kan zich daarom zeer snel verspreiden. Sommige stammen kunnen besmettelijk blijven over een breed pH-bereik, van pH4 tot pH13.
Studies tonen ook nog steeds virulente activiteit aan in stammen die 5 en 7 jaar bij 5°C, 18 maanden bij kamertemperatuur en tussen 10 en 30 dagen bij 37°C worden bewaard. Het virus kan ook 5 tot 6 maanden overleven in beschermende media zoals aarde of dierlijke uitwerpselen en tot 30 maanden in gekoeld vlees. Het wordt echter geïnactiveerd bij een temperatuur van 60°C gedurende 30 minuten.
Hoe het te voorkomen
Bescherming van dieren tegen mogelijke bronnen van het virus
Het voorkomen van overdracht is een mix van bioveiligheidsmaatregelen, een combinatie van actief hygiënemanagement naast structureel management.
Een compleet hygiëneprogramma omvat de drie pijlers ”Reiniging, Desinfectie en Bescherming”. Reiniging en desinfectie met het juiste product in de juiste concentratie zorgen voor een schone stal als er nieuwe dieren komen, terwijl bescherming ervoor zorgt dat er geen schadelijke ziekteverwekkers de stal binnenkomen door middel van hygiëne en structureel management terwijl er dieren aanwezig zijn. Alleen deze combinatie zorgt voor gezonde dieren en een welvarend bedrijf.
Effectieve reiniging van oppervlakken en apparatuur zorgt voor de best mogelijke conditie voor desinfectie.
Succesvolle desinfectie is de eliminatie van micro-organismen door de keuze van een bewezen desinfectiemiddel dat met de juiste verdunningsgraad en voldoende contacttijd wordt toegepast.
Er zijn uitgebreide bioveiligheidsmaatregelen nodig om te voorkomen dat micro-organismen schone gebouwen en apparatuur opnieuw binnendringen en besmetten.
Voorkomen is beter dan genezen!
Algemene bioveiligheidsmaatregelen
Preventieve reiniging, desinfectie en beschermingsmaatregelen
Zorg op boerderijen voor de bescherming van de dieren tegen alle externe bronnen en nieuwkomers:
- Controle op toegang tot gebouwen (bezoekers, personeel…): gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen voor toegang tot gebouwen – Schoonmaak- en desinfectieprocedures.
- De komst van externe voertuigen op het terrein beperken, inclusief voertuigen die gebruikt worden voor het vervoer van dieren. In elk geval reinigings- en desinfectieprocedures voor voertuigen toepassen.
- Verbetering van het onderhoud van gebouwen, ongediertebestrijding, knaagdierbestrijding, verwijdering van vloeibare mest…
- Verbetering van reinigings- en desinfectieprocedures op alle oppervlakken van gebouwen en apparatuur en de omgeving in het algemeen.
- Toezicht op binnenkomers (voedsel, water…),
- De gezondheid van dieren monitoren (abnormale tekenen of symptomen…)
Als de ziekte wordt gemeld
Opsluiting – Isolatie – Crisisbeheersing
Als een geval is bewezen, moet een beheersprocedure voor gevaarlijke gebieden worden opgesteld, inclusief
- Verwijdering van dieren: het slachten van alle dieren in de betreffende gebouwen.
- Isolatie en beveiliging van de locatie: rigoureuze en gecontroleerde opsluitings- en isolatieprocedures.
- Reiniging en desinfectie van gebouwen in samenwerking met de bevoegde autoriteiten en geselecteerde dienstverleners
Actief beheer
Reiniging, desinfectie en bescherming –
Stap voor stap
1. Reinigen
- De keuze, concentratie en toepassing van het product zijn essentieel voor een succesvolle reiniging.
- Effectieve reiniging van oppervlakken en apparatuur zorgt voor de best mogelijke conditie voor desinfectie.
2. Desinfectie
- De selectie, concentratie en toepassing van het product zijn essentieel voor een succesvolle desinfectie.
- Succesvolle desinfectie is de eliminatie van micro-organismen door de keuze van een bewezen desinfectiemiddel dat met de juiste verdunningsgraad en voldoende contacttijd wordt toegepast.
3. Bescherming - door middel van hygiënebeheer
- De keuze, concentratie en toepassing van het product zijn essentieel voor een succesvolle bescherming.
- Bied mogelijkheden en maak het verplicht om laarzen, wielen, voertuigen, handen en apparatuur te desinfecteren voor en na het betreden van het terrein of de verschillende delen van het terrein.
- Reiniging en desinfectie van het watersysteem & desinfectie van water
4. Bescherming - door middel van structureel beheer
Implementeer extra maatregelen om te voorkomen dat AVP je gebouw binnenkomt:
- Bescherming tegen ongecontroleerd verkeer en binnendringen (mensen, voertuigen, wilde dieren) – d.w.z. omheiningen zijn intact, afsluitbare poorten, enz.
- Beperking van personen- en voertuigverkeer tot het noodzakelijke minimum, bijhouden van een bezoekersboek
- Consistente implementatie van het principe “SCHONE EN VUILE zones”:
- Het terrein alleen betreden met bedrijfskleding en voorafgaand douchen
-
- Straatkleding en beschermende kleding voor stallen worden voor en na het betreden van de productieruimten van elkaar gescheiden gehouden.
- Indeling van het bedrijfsterrein in “SCHOON” (dieren, voer, strooisel enz.) en “VUIL” (mest, karkassen enz.) gebieden
- Vermijd kruisende paden, van “VUIL” en “SCHOON” gebied
- Opslag van het karkas in een gesloten container of een soortgelijke constructie die beveiligd is tegen ongeoorloofde toegang en tegen het binnendringen van ongedierte, knaagdieren, wilde dieren en tegen het lekken van vloeistoffen, en die gemakkelijk kan worden schoongemaakt en ontsmet.
- Verplaatsing van de kadavers zo dicht mogelijk bij de weg op een verharde ondergrond die gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten is, zodat het voertuig van het verwerkingsbedrijf voor dierlijke bijproducten niet op het terrein hoeft te rijden.
Leveringen van voer en strooisel, evenals het laden en lossen van fok- en slachtvarkens, vinden alleen plaats op de verkeersgebieden (geen verkeer en toegang door personen van buitenaf in de productiegebieden).
- Voer, strooisel en andere middelen worden veilig opgeborgen, beschermd tegen wilde zwijnen
- Speciale training voor werknemers over de risico’s van ASP-transmissie, in het bijzonder het verbod op het binnenbrengen van worstproducten in het bedrijf en de particuliere varkenshouderij
- Voortdurende ongediertebestrijding inclusief documentatie
- Continue bewaking van de gezondheid van dieren (abnormale tekenen of symptomen…)
Bewezen AVP geval
Als een geval van AVP is bewezen, omvat een beheerprocedure voor gevaarlijke gebieden:
- Verwijdering van dieren: het slachten van alle dieren in de betreffende gebouwen.
- Isolatie en beveiliging van de locatie: rigoureuze en gecontroleerde opsluitings- en isolatieprocedures.
- Reiniging en desinfectie van gebouwen in samenwerking met de bevoegde autoriteiten en geselecteerde dienstverleners
Kersia-oplossingen tegen AVP
Virex, Fumagri Effisafe Hypred Force 7, Viroshield en Virobacter zijn allemaal met succes getest tegen het AVP-virus aan de Universiteit van Wageningen (NL) en/of het Instituto Valenciano de Microbiología (ES) volgens de standaardwerkzaamheidstestmethode EN14675.
